Karol Radziszewski maakt zich zorgen over de positie van homo’s in Polen. “Veel oudere mannen vonden Polen tijdens het communisme in sommige opzichten veiliger dan nu”, vertelt hij in vloeiend Engels via Skype. De kunstenaar is de oprichter en uitgever van DIK Fagazine, een artistiek homoblad over het voormalige Oostblok, waarin kunstzinnige fotoportretten van (half)naakte mannen worden afgewisseld met lange interviews en verhalen. In 2015 richtte Radziszewski ook The Queer Archives Institute op, een archief voor queer geschiedenis in Oost-Europa. Sindsdien organiseert hij tentoonstellingen over de hele wereld.
Vergeten geschiedenis
In Polen was homoseksualiteit al in 1932 niet meer strafbaar, decennia eerder dan in veel andere Europese landen. Dat gaf de homogemeenschap er een zekere vrijheid. Tijdens het communisme werd homoseksualiteit niet zo zozeer geaccepteerd, er werd simpelweg gedaan alsof het niet bestond. Veel homo’s waren getrouwd maar hadden daarnaast seks met mannen”, vertelt Radziszewski. Homofobie kwam vooral van de kerk. “
Lukasz Sculz deed aan de Universiteit van Antwerpen onderzoek naar de homoseksuele media in communistisch Polen. Hij vindt dat die tijd niet geromantiseerd moet worden: “In de jaren tachtig werden homomannen beroofd, in elkaar geslagen en zelfs vermoord in cruisegebieden door groepjes heteromannen. Bovendien kregen ze met allerlei obstakels te maken. Zo was het bijvoorbeeld heel moeilijk om als homoseksuele man huisvesting te krijgen.”
“Zelfs de term coming out werd gebruikt”
Sculz dook als mediaonderzoeker in de geschiedenis van de eerste Poolse homoblaadjes: “Toen ik de tijdschriften vond, was ik in shock. Deze historie was compleet vergeten,” vertelt Szulc over eenvoudige blaadjes als Filo en het al in 1983 opgerichte Biuyletin, later Etap (in het Nederlands: Fase) genaamd. De invloed van het Westen op het homoseksuele bewustzijn in Polen was toen, net als nu, groot. “Filo nam in de begintijd rond 1986 hele artikelen over uit gesmokkelde homoblaadjes uit Frankrijk, Duitsland of Engeland. Pas later schreven de redactie eigen stukken”, vertelt Szulc. De lange artikelen in Filo en Etap werden hier en daar afgewisseld met tekeningen van naakt mannelijk schoon.
Szulc was verbaas over de kennis die het gesloten communistische land had van het westerse leven. “In Filo werd homoseksualiteit soms aangeduid met het Engelse gay in plaats van de Poolse term homoseksualista.” Ook inhoudelijk was de westerse invloed duidelijk zichtbaar: “De nadruk lag op visibility van homo’s, er werd opgeroepen om te vechten voor je rechten. Zelfs de term coming out werd gebruikt.”
Operatie Hyacinth
In 1985 kregen Poolse homo’s voor het eerst te maken met ronduit vijandig beleid van de autoriteiten. Homoseksuele mannen werden geregistreerd in een databank, officieel om de verspreiding van HIV tegen te gaan. In de praktijk werden de mannen gechanteerd en gedwongen tot samenwerking met het regime.
Onbedoeld had Operatie Hyacinth, zoals het beleid heette, tot gevolg dat het Poolse homo’s meer zelfbewustzijn gaf. “’Hyacinth’ kan worden beschouwd als het Poolse ‘Stonewall’, zegt Radziszewski, verwijzend naar de politie-inval in een gaybar in New York in 1969, die wordt gezien als het beginpunt van de moderne Amerikaanse homobeweging. “In Polen braken er geen gevechten of demonstraties uit, zoals in New York, maar Operatie Hyacynth dwong de homogemeenschap voor het eerst om op zichzelf te reflecteren en zich te organiseren”. De oprichting van de eerste homorechtenorganisatie van Polen, de Warschau Homobeweging, was een directe reactie op Operatie Hyacinth.
De geschiedenis van de homobeweging in communistische Polen is des te relevanter, nu de zeer conservatieve Recht- en Rechtvaardigheidspartij aan de macht is, vindt Szulc: “We kunnen zo veel leren van onze eigen geschiedenis. Het debat dat nu wordt gevoerd over homo-emancipatie lijkt veel op de discussies in de homoblaadjes van de jaren ’80. Szulc noemt het jammer dat Polen in de strijd tegen homofobie niet terugvallen op hun eigen geschiedenis, maar in plaats daarvan kijken daar het Amerikaanse of westerse verleden.
DE EU ALS PROGRESSIEVE BOEMAN
De huidige leider van Recht en Rechtvaardigheid verdedigde een verbod op ‘homoseksuele propaganda’ op scholen en stelde dat homoseksuelen geen leraren moesten zijn. Polen is ook nog steeds een van de weinige landen in de Europese Unie die grondwettelijk hebben vastgelegd dat het huwelijk iets heteroseksueels is en heeft geen geregistreerd partnerschap voor homostellen.
Maar ook van minder conservatieve politici hoeven LHBT’ers in Polen niets te verwachten, zegt Matheusz Sulwinski. Hij is de woordvoerder van de Stonewall Grupa, een homobelangengroep die in 2015 werd opgericht om weerstand aan het Polen van de rechts-conservatieven te bieden. “Zolang Recht en Rechtvaardigheid aan de macht is, hoeven we geen positieve verandering te verwachten,” zegt Sulwinski. “Maar in de acht jaar dat de liberalen het voor het zeggen hadden, gebeurde er eigenlijk ook niks. Politici zijn nooit onze bondgenoten geweest.” Radziszewski herkent dat beeld: “De liberalen hebben zich in het verleden weinig ingezet voor de rechten van LHBT’ers. Links is verdeeld; er zijn oude socialisten, jonge communisten en liberalen. Jonge homo’s weten niet bij wie ze steun moeten zoeken.”
Onderzoeker Sculz: “Na de val van het IJzeren Gordijn wilde Polen zoals het westen zijn, in politiek en economisch opzicht. Het land werd democratisch en kapitalistisch. Maar meer behoudende Polen vroegen zich hardop af: wat blijft er dan over van onze eigen identiteit? Het antwoord werd: culturele identiteit, het gevoel van ‘we zijn christenen met traditionele waarden’.” Homoseksualiteit raakte sterk gepolitiseerd in het nieuwe democratische Polen. In 2003, toen het referendum over toetreding tot de Europese Unie gehouden werd, doemde bij veel mensen het spookbeeld op van het homohuwelijk waartoe Polen gedwongen zou worden als het land lid zou worden. Er was per slot van rekening een wet tegen arbeidsdiscriminatie op basis van sekse en seksuele voorkeur gekomen onder druk van de EU. In debatten over seksualiteit en gender komt is de EU vaak de grote progressieve boeman.
“De Recht- en Rechtvaardigheidspartij tast af hoe ver ze kan gaan”
Radziszewski stelt dat onder de rechtse regering homofobe geluiden ruimbaan krijgen. “Vroeger waren rechtse politici ook homofoob, maar namen ze afstand rechts-radicale geluiden; ze schaamden zich daarvoor. Nu steunen ze ook de meest extreme stemmen in de samenleving. Dat is het ergste dat ze doen, denk ik. Deze regering tast af hoe ver ze kan gaan.” Volgens de kunstenaar heeft de regering een klimaat geschept waarin homofobie kan groeien. “Een homoseksuele vriend van mij is pas geleden nog in elkaar geslagen op straat. Er zijn geen hate crime wetten tegen homofoob geweld in Polen.”
Als tegenreactie roert een nieuwe generatie homoactivisten zich, volgens Radziszewski. En net de Poolse homo’s in de jaren tachtig deden, kijkt de jonge generatie van nu naar het Westen voor inspiratie. Sulwinski, woordvoerder van Stonewall Grupa: “De jonge generatie heeft weinig historische kennis. Zeker de jongste generatie herinnert zich geen tijd waarin homoseksualiteit écht taboe was.” Jammer, vindt Radziszewski het gebrek aan historisch: “Al zou je ze vertellen dat homo’s vroeger werden doodgeschoten, het interesseert ze niet.” Maar onzichtbaar zoals tijdens het communisme worden homo’s nooit meer. Radziszewski: “Dat is wat er is veranderd. We zijn nu zichtbaar, zelfs de uitingen van homofobie zijn daar een bewijs van.”